30 jaar endurance

ENDURANCE CARIERE YVONNE

Of ik een autobiografie wil schrijven over mijn endurance carrière werd gevraagd. Niet goed natuurlijk om mij dit zelf te laten doen want zo’n stuk wordt dan nooit neutraal, het geen het wel behoord te zijn. En of ik het in aanvaardbaar formaat wil houden want er moet nog meer in ons clubblad komen. Nu, dat zal niet meevallen want 30 jaar is niet alleen lang maar ook een periode van aaneenschakelingen van hoogte- en dieptepunten, pionierswerk, ontdekkingen en uitvindingen, memorabele gebeurtenissen en verhalen, prestaties, records en vele emoties. Ik beperk mij daarom met een snel doorbladen van mijn archief en licht er hier en daar wat uit. Deverhalen en leermomenten zijn voor een andere keer.

Hoe het begon

Als enige in de verre familie geboren met het paardengen, groeide ik op in hartje Den Haag maar verbracht al mijn vrije tijd op de ren- en drafbaan Duindigt. Daar werd ik op de toenmalige kampioensstal Groenendaal van trainer Bertus Riem met de hulp van kampioensjockey Henk van de Kraats opgeleid tot jockey. Op 15 jarige leeftijd kwam hier door toedoen van een verhuizing van ons gezin een einde aan en kreeg ik in het Brabantse Cuijk een hippische herstart in de dressuurwereld. Ik werd NKB ponyclubruiter, ‘moeilijke’ paard- en ponyafrichter, dressuurjurylid, Orun-instructeur en op 17 jarige leeftijd eigenaar van de jaarlinghengst Arabier Jashin. Op 3 jarige leeftijd reed ik hem zelf in en startte hem dressuurmatig bij de NBVR want bij de paardenclub mocht ik niet met een hengst deelnemen. Mijn doel was een zo hoog mogelijk dressuurlevel te behalen. Ik nam serieus les bij Henk van Bergen, vond de dressuur zelf prachtig maar verfoeide het showywereldje hieromheen. Na enige jaren kwam ik toevallig, of moest het juist zo zijn… in aanraking met Nederlands eerste endurancewedstrijd en daar vielen alle puzzelstukjes opeens op zijn plaats. In 1984 voltooide ik mijn
opleiding bloemsierkunst en kwam ‘between jobs’ waardoor ik de tijd kreeg om ½ jaar lang met Jashin avontuur te ondernemen. Met de uitrusting in eigen gemaakte zadel- en rugtassen zwierf ik met dat paard door geheel NL en maakte duizenden kilometers in 6 maanden tijd. Werkte daar waar het welkom was, sliepen daar waar we ’s avonds geraakten en gingen daarheen waar het mooi was. Er groeide een zeer hechte band tussen ons in deze periode en Jashin veranderde van een angstig en ondeugend paard in een stabiel, geroutineerd en in balans zijnde paard. Later bleken al deze kilometers de beste basis te zijn voor onze endurance carrière.

De eerste wedstrijd

In 1987 werd in NL de eerste endurance-achtige wedstrijd (genoemd: lange afstand rijden) over 60 km in Ermelo georganiseerd welke voor een groot deel door het beruchte klapzand ging. Ik las hierover en dacht: ‘Das een lekker stukkie buitenrijden daar in de mooie Veluwe. En dan leuk in wedstrijdvorm’. Met mijn renbaanverleden, waar de paarden snelheden van 60 km. per uur haalde, meende ik dat stukkie wel in 2 uur te kunnen volbrengen. Het was uiteindelijk wel wat langer dan op de renbaan dus het mocht daarom wat trager….. Ja, lacht u maar. Ik had er duidelijk geen verstand van en nog minder idee wat ons te wachten stond. Ik bleek niet de enige met idiote gedachten. Al gauw vormde zich tijdens deze strijd door dat zand een groep van 4 ruiters met allemaal dezelfde intentie en geen verstand van zaken. Niemand wilde voor elkaar onderdoen en allen dachten we op super Pegasus paarden te zitten. In een hoog tempo jakkerden we naar de finish waar we zelfs nog een sprint eruit wisten te rijden welke ik won met een tijd van 20.8 km pu. Op de finish werden 2 van deze 4 paarden metabolisch afgekeurd. Dat was geen verrassing. Jashin kwam met keurige resultaten door de keuring. Gered door mijn basistrainingskennis van de renbaan en zijn endurancetalent. Deze snelheid is op dit terrein (enkel diep zand) hierna niet meer gehaald. Gelukkig. Want we lieten daar een staaltje totale onkunde zien waar ik zeker niet trots op ben. De dienstdoende veterinair daar was Frans Arts. Hij complimenteerde mij met het talent van Jashin en moedigde mij aan om hier meedoor te gaan. Maar dat ik mij wél vooraf beter in de sport moest verdiepen. Dankzij deze sturing van Frans en het talent van Jashin ben ik mij serieus gaan verdiepen en doorgegaan met de endurance tot specialisatie aan toe.

Een hele andere tijd

Hoe anders ging het er aan toe in de jaren 80 en 1 e helft 90. We reden op paarden welke toevallig op ons pad kwamen. Op hoog niveau kwam je nog steeds veel dravers, fjorden, haflingers, kruisingen tegen. Je reed vaak over echt zwaar terrein waarop je amper snelheid kon maken. Je kwam op elke grote wedstrijd zogenaamde ‘grapjes’ van de organisatie tegen. Lange afdalingen die bijna loodrecht naar beneden gingen, moerassen die je door moest zien te waden over houten planken, elke berg, heuvel en afdaling die je tegenkwam werd in het parcours opgenomen. Er zaten vele stukken puur survival bij, veel snelheid kon je niet maken. In 1887 won de Europees kampioen met 13.1 km. per uur. Er bestonden geen boeken over endurance, er waren geen speciale endurancezadels of andere outfit. We reden met wielerhelmen, voetbalsokken, mobielen bestonden niet en van hartmeters of gps hadden we nog nooit gehoord. Ik heb een foto uit 1989 waarop ik tijdens een 100 km wedstrijd te zien ben in witte rijbroek, slobbertrui, dressuurrijlaarzen, blootshoofds en het paard met dressuurzadel en witte katoenen bandages. Een promotiesysteem bestond niet. Je startte gewoon direct een 80 of 100 km als je zin had. We zochten leergierig naar trainingsmethodes, de weinige boeken die wereldwijd over endurance geschreven waren gingen van hand tot hand, we liepen alle spaarzame lezingen af die er gegeven werden en tijdens de wedstrijden debatteerden de ruiters met elkaar. Veel had ik aan mijn renbaanverleden maar het meeste leerde ik op internationaal niveau van mijn mederuiters zowel van hun successen als fouten.

Professionele amateur

Endurance is een totale passie, een levensinvulling voor mij geweest. Je moet er hard voor werken om te kunnen betalen (ooit heb ik uitgerekend wat deze sport mij gekost heeft en kwam tot de schrikbarende ontdekking dat ik hier een aardig royaal huis voor had kunnen kopen), je steekt al je overige tijd in training, knutselt en doet veel zelf en draait elk dubbeltje 20 x om. Ik heb nooit sponsors gehad of op andermans paarden gereden. Wel heb ik altijd een eigen bedrijf gehad waarin ik gemiddeld 80 uur per week werk, ben moeder van een zoon, heb de zorg over zo’n 25 paarden en heb tussendoor nog diversen (beroeps)opleidingen voltooid. Grote en onmisbare hulp hierin is mijn partner Jan en ook mijn vader heeft veel geholpen met het oppassen tijdens de kinderjaren van mijn zoon. Gemiddeld genomen trainde ik 7 paarden op internationaal niveau, het jonge spul niet meegerekend. Deze training deed ik grotendeels zelf, soms bijgestaan door een helper. Je moet hiervoor nooit eindigende energie hebben en kunnen goochelen met de tijd. Voorbeeldje: Ik start op zaterdag een 160 km wedstrijd in Zwitserland, stuur het paard met groom vooruit op transport maar moet zelf op vrijdag nog om 5.00 uur op de veiling bloemen inkopen voor mijn winkel (ik heb tot 1998 een bloemenwinkel gehad), stal hierna de winkel uit, verwerk alle nieuwe materialen tot verkoop klaar, laat de boel om 14.00 uur over aan het personeel, stap in de auto van mijn vader welke mij de rest van de dag en opvolgende nacht naar de wedstrijd rijdt terwijl ik op de achterbank wat dommel en kom net op tijd voor de start aan alwaar het paard goed verzorgt, uitgerust, opgezadeld en los gestapt klaar staat, spring op het paard en wordt daar 3 e . Hierna als de donder weer terug want maandag om 5.00 uur moest ik weer klaar staan op de bloemenveiling.

Endurance heeft mij veel gegeven. Mijn karakter gevormd. Hierin leer je wel volhouden, doorzetten, incasseren en afzien. Ervoor gezorgd dat wij nu in de Ardennen wonen met een hippisch bedrijf, in 1995 een endurancefokkerij zijn gestart, ons geweldige Dutch Joy team bijeen gebracht. Dankzij endurance hebben we op veel plaatsen in de wereld de mooiste routes in prachtige natuur mogen rijden, zijn uitgenodigd op de meest sjieken feesten, hebben we aan tafel mogen dineren met ministers, koning en sjeik, hebben we 1000en1 sprookjesnachten meegemaakt. Maar bovenal ons zoveel memorabele verhalen heeft gegeven dat ik hiervan met gemak meerdere boeken en filmen mee kan vullen.

Hoogtepunten

Het clichématige saaie cijferlijstje moest ook vermeld, werd mij verteld. Zij het enigszins ingekort. Daarom bij deze die prestaties welke ik het melden waard vind:

1990 Met Jashin vertegenwoordig ik voor het eerst in de NL endurancegeschiedenis de NL kleuren tijdens de eerste georganiseerde WEG in Stockholm.

1990/1991 Met Jashin was ik NL beste enduranceruiter op de Europese Endurance ranglijst (was toen ELDRIC, nu FEI).

1991 Met Jashin behaalde ik de 3 e plaats op de Europese Endurance ranglijst. Deze prestatie reed ik met slechts 1 paard bijeen. Jashin voltooide toen in 1 seizoen 4 x 160 km en 1 x 133 km (4x***+1x****).

1997 Roos loopt in 1 maand tijd 400 wedstrijdkilometers.

1997 Samen met Roos voltooien we als 1 e NL combinatie een 2 x 100 km CEI (op zwaar terrein in Aarau – Zwitserland).

2000 Jashin voltooid in Ermelo een 160 km CEI op 22 jarige leeftijd !

2007 Met Cherain NL kampioen 160 km CEI.

2011 Met Escobar NL kampioen 160 km CEI.

Totaal voltooi ik met 16 paarden 123 wedstrijden, 50 CEI’s, waarvan 25 x 160ers, win 5 x de BC op *** en 1 x op **, neem 2 x deel aan WEG / 2 x aan WK / 2 x aan Worldcup / 5 x EK, sta 7 x op het podium van NK Kampioenschap CEI 160 km waarvan 2 x goud, 2 x zilver, 3 x brons.

Trots ben ik op het feit dat veel van het bovenstaande behaald is met redelijk eenvoudige paarden met hun beperkingen.

De mooiste wedstrijd

Bijzonder was in 2000 Ermelo 160km waar ik merkte dat mijn paard Jashin zelfs op 22 jarige leeftijd conditioneel bleef verbeteren. Tijdens deze wedstrijd had hij zijn laagste polswaardes ooit, ze stegen niet boven de 100.

Tijdens het EK Compiègne 2005 zette ik samen met Roos en onze grooms tactisch een van onze beste wedstrijden neer. Op geraffineerde wijze wist ik met behulp van mijn grooms concurrenten voor te blijven zodat het NL team uiteindelijk de 5 e plaats wist te behalen. Nog steeds voel ik de energie en de inzet van Roos waarmee ze met haar kleine beentjes die ploeg nekhijgende Spanjaarden op hun superarabieren in de laatste loop wist voor te blijven. Kippenvel ! Wat een karaktervol paard !

De meest emotionele wedstrijd was het NK 2007 CEI 160 km te Ermelo waarin ik letterlijk met een engeltje op mijn schouder heb rondgereden. Onvergetelijk.

In WK Terengganu 2008 te Malaysia werd de mooiste endurancewedstrijd ooit georganiseerd. Wij werden met eer onthaald als ware VIP’s en kregen non-stop entertainment en culinaire verwennerij. En dat alles oprecht, met plezier en vanuit een goed hart. Het leek wel of het hele land langs het parcours stond om hun koning en ons aan te moedigen. Wat een immens groots volksfeest was dat. Ik ben heel dankbaar dat ik dit mee heb mogen maken.

Mijn favorieten

Jashin was het meest talentvolle paard welke ik op wedstrijd heb uitgebracht. Hij was bijna onverwoestbaar. Door mijn onkunde heb ik niet het maximale uit dit paard kunnen halen. Door ons leerproces tezamen heb ik met al zijn opvolgers grotere successen kunnen behalen.

Roos was en is nog steeds mijn grootste favoriet. Een paardje welke lichamelijk niet in staat zou kunnen zijn (hartkwaal, geen arabisch bloed, kleine pasjes, korte pootjes) op wereldniveau te lopen maar het toch deed. Puur op haar idiote karakter, keiharde beenwerk en sterke carrosserie heeft ze niet alleen de endurancewereld vele jaren lang doen verbazen maar ook naam neergezet.

En Escobar kan bij mij ook een potje breken. Ik moet altijd zo lachen om dat paard met zijn zelfbedachte grappen en grollen. Jammer dat hij mentaal het wel eens af liet weten.

Ons wereldteam

Vanaf het begin heb ik altijd een geweldig en hecht DutchJoy-team om mij heen gehad. In de eerste jaren wisten wij nog niet zo goed hoe goed groomen ging. Het werk van mijn grooms bleef beperkt tot transport en terreingroomen. Paardenverzorging deed ik geheel zelf. Oók de CEI’s 160 km. Voor- tijdens- en na de wedstrijd en ook tijdens de pauzes zag je mij rondrennen met water en voer, paardenbillen en benen masserend, ontmodderen, kortom de volledige verzorging doen. Tijd om te zitten was er niet. Pas bij de intrede van enkele nieuwe grooms tussen 2000-2005 leerde ik van hen dat het de bedoeling was dat tijdens de pauze niet alleen het paard maar ook de ruiter moet rusten.

Ons 10-koppige groomteam van Paul en Anna Sengers, Leo Bade, Djimmer en Astrid Kuiken, Marga Boots, Jaap de Jong, Ingrid Langen, William Leclair en Natascha Geurts is een van de beste groomteams ter wereld. Niet alleen omdat ze hun vak uitstekend beheersen maar ook omdat zij het altijd met humor en plezier doen. Daarbij houden zij oprecht van hun paarden en hebben wij een hechte band met elkaar. Voor het gehele DJ-team is endurance naast hobby ook passie.

Ons team wordt gecompleteerd met de smid Onno Grund. Naar mijn mening de beste smid die je als enduranceruiter maar kan hebben.

Ik stop

Waarom stoppen, terwijl alles nu zo goed voor elkaar was. Met Joy NRG had ik een goed paard welke liet zien met de top mee te kunnen lopen en enkele jeugdige talenten braken al door. Dat heeft meerdere redenen. Enkele daarvan zijn:

Als ik iets doe, wil ik het goed doen, zelfs het beste zijn. Wij zijn bezig ons bedrijf uit te breiden met een hotel. Naast al het aanwezige werk vraagt dit extra tijd en energie. De vele uren die ik in toptraining moest stoppen, gaan nu gebruikt worden voor dit project.

Na alle ontelbare rijuren die ik gemaakt heb tijdens mijn endurancecarrière heb ik ook vele rijuren gemaakt tijdens mijn werk. 365 dagen zat ik bijna non-stop in het zadel. Ik ben zo’n beetje uitgereden (voorlopig).

De belangrijkste is echter dat ik het zat ben als internationaal enduranceruiter vaak niet gehoord te worden. Wedstrijdorganisatie, bond, vereniging, veterinair, jury vaak krijg je het idee dat je als ruiter je mond moet houden en geen belangen hebt. Inspraak heb je meestal niet. Het lijkt of je alleen goed genoeg bent om het inschrijfgeld te betalen en verder als figurant op moet treden. Als je meld dat het onweer, welke op die hoogvlakte inslaat waarop zo direct de totale wereldploeg moet starten, toch wel heel gevaarlijk eruit ziet en of het wellicht verstandig is de start even uit te stellen tot het onweer voorbij is, wordt je uitgelachen. Als je oppert dat een latere start bij daglicht, zodat je het specifieke parcours met obstakels wel kan zien, veel problemen kan voorkomen wordt er niet gehandeld zodat er in het 1 e (te) donkere uur er inderdaad een paard over de kop slaat over een niet zichtbaar paaltje en loopt de rest van de ploeg te verdwalen vanwege niet zichtbare pijltjes. Als ruiters vooraf melden dat parcoursen ronduit gevaarlijke stukken hebben, worden deze stukken niet aangepast met als resultaat dat paarden hierop letterlijk hun benen breken. Als een paard van mij bij de treating-vet een verkeerde handeling krijgt waardoor het dier stuiptrekkend op de grond stort en je vraagt, zelfs smeekt, die behandeling stop te zetten, dan wordt er niet naar je geluisterd. En als je later verhaal wilt halen wordt je door de jury als lastig bestempeld en het hele voorval met een smoes afgedaan. Schijnbaar gaat men alleen met enduranceruiters zo om. In de dressuur-en springwereld gaat het er heel anders aan toe. Zodra daar vanuit de ruiters een klacht komt over een stukje grond wordt direct firma Agterberg opgetrommeld om het koste wat kost te herstellen. Na dit als een 30 jaar lange rode draad te hebben meegemaakt, pas ik ervoor.

En nu verder

Onze 25 e 160er in CEI Ermelo werd een waar feest. Ontroerend was het dat er velen speciaal op uitgetrokken waren om die 25 e te vieren en onze laatste wedstrijd mee te maken. Heel speciaal vond ik het dat Frans Arts, diegene die mij de endurance binnen gehaald heeft, hier ook op mijn laatste wedstrijd als vet aanwezig was. Met NRG was ons doel hier te finishen, dat kwartje vol te maken. Klassering was niet belangrijk, tijd mocht niet boven de 17 km per uur om risico’s te mijden. Dat was nog best moeilijk want NRG liep conditioneel echt goed en ik moest tot 3 x toe afhaken bij mederuiters die harder reden. Wat jammer was want NRG deed het super en kon heel wat meer doch wilde die dag echter niet alleen lopen. Toen ik alleen kwam te rijden moest elke pas gedreven worden, het geen de laatste 2 loops mij de nodige krampen opleverde. Ik heb die wedstrijd harder moeten aanpakken dan NRG. Die kwam de dag erna energiek dravend de wagen af en ging in volle galop de wei in (redactie: Yvonne en NRG zijn hier 3 e geworden met een snelheid van 16.71/u.).

Veel voor mij belangrijke mensen waren op dit mooie weekend aanwezig op 1 na. Mijn zoon Ruben was tegelijkertijd aan de andere kant van de wereld bezig met een gelijkende prestatie. In zijn uppie met alleen een setje ijs-spikes als uitrusting, beklom hij Mount Ngarahoe in Nieuw Zeeland. Op deze bijna 2.5 km hoge, nog werkende vulkaan, maakte hij zijn eigen kilometers. Het was zwaarder en moeilijker dan gedacht, hij schoof op losse stenen en ijs meer meters naar beneden dan totaal omhoog. Uiteindelijk hielp de gedachte aan zijn endurance-rijdende moeder hem naar de top. Van haar had hij geleerd wat volhouden is. Kijk, en dat vind ik nu supergaaf.

Verder blijf ik jonge paarden (o.a. uit eigen fok) begeleiden naar het hoogste niveau en privélessen geven. En dan hebben we nog onze Roos. Met haar 27 jaar is ze nog steeds zo energiek en sterk als altijd. Als kers op de taart willen we haar in 2017 (op 28 jaar!) uitbrengen op de Heidedistanz met als doel die 80 km te bereiken en wellicht nog een stukkie verder.